Injectietechnieken bij diabetes: Belgische aanbevelingen

01/01/2017

Nieuwe aanbevelingen injectietechnieken

Een grote groep mensen met diabetes wordt dagelijks behandeld via injecteerbare medicatie zoals insulines of GLP-1-agonisten. De gebruikte injectietechniek heeft een grote invloed op hun diabetesregeling. Een internationale groep van experts komt regelmatig samen om nieuwe aanbevelingen over injectietechnieken te formuleren. Deze internationale aanbevelingen zijn door een aantal Belgische diabetes experts, waaronder de Diabetes Liga, BVVDV, ABD … onder de loep genomen en hieruit zijn de nieuwe Belgische aanbevelingen voortgekomen. De firma BD biedt de nodige ondersteuning. In dit artikel vatten we de huidige visie op injectietechnieken samen.

Waarmee inspuiten?

Insulinespuitjes: worden nog zeer zelden gebruikt, behalve in ziekenhuizen of in noodgevallen, bijvoorbeeld bij verloren of defecte insulinepen.
Insulinepomp: een systeem waarbij het lichaam continu snelwerkende insuline krijgt.
Insulinepen: verkrijgbaar in voorgevulde wegwerppen en navulbare pen en wordt het meest gebruikt.
GLP-1-agentia: enkel verkrijgbaar in voorgevulde pennen. Deze zijn van merk tot merk verschillend. Laat je hier vooraf goed informeren door de diabetesverpleegkundige.

Waar inspuiten?

Insuline en GLP-1 agentia worden in het onderhuidse vetweefsel ingespoten. Een intramusculaire injectie (in de spier) moet vermeden worden wegens risico op ernstige hypoglycemie.

Een aanzienlijk percentage personen blijven 6 en 8 mm naalden gebruiken in de ledematen, ondanks het hoge risico op een intramusculaire injectie in deze injectieplaatsen.

Beste inspuitplaatsen?

de buik: vanaf 5 cm naast en boven de navel tot aan de zijlijn waar de naad van een hemd of blouse ongeveer komt
de benen: met name de zone tussen knie en liesplooi, telkens een handbreedte van de knie en lies wegblijven (niet aan binnenkant van het been aangezien deze plaats te gevoelig is en er zenuwbanen en aders lopen) • de billen: bovenste buitenste kwadrant van de bil
de armen: worden best vermeden tenzij de injectie door een derde gebeurt (bijvoorbeeld een verpleegkundige)
Bij zwangerschap of bij zwangerschapsdiabetes kan de buik eveneens veilig gebruikt worden als injectieplaats. Tijdens het derde trimester van de zwangerschap worden eerder de zijkanten van de buik, de bovenbenen of de bil gebruikt.