Wat na zwangerschapsdiabetes?
Gezien het sterk verhoogd risico op het ontwikkelen van diabetes type 2, wordt momenteel aanbevolen om alle vrouwen met een voorgeschiedenis van zwangerschapsdiabetes preventief verder op te volgen.
Concreet moeten deze vrouwen minimaal:
- duidelijk worden geïnformeerd over het risico op diabetes;
- informatie krijgen over de mogelijkheden om diabetes te voorkomen;
- het advies krijgen om na de zwangerschap jaarlijks de nuchtere bloedsuikerwaarden te laten controleren door de huisarts, ook als er geen klachten zijn.
Ter ondersteuning van deze kernboodschappen werd de infobrochure ‘Wat na zwangerschapsdiabetes’ en de ‘preventiefolder’ ontwikkeld, die meegegeven kunnen worden met de vrouw.
brochure diabetespreventiebrochure zwangerschapsdiabetes
Alle aanbevelingen stellen dat regelmatige postpartum screening noodzakelijk is bij vrouwen die zwangerschapsdiabetes hebben gehad.
Aanbevelingen voor postpartum screening
Volgens de huidige aanbevelingen moet een eerste screening worden gepland 8 tot 12 weken na de bevalling (75 g OGTT), en nadien jaarlijks. Bij een jaarlijkse controle van de bloedsuikerwaarden wordt in de eerste plaats een nuchtere veneuze bloedafname aangeraden.
Een bepaling van de bloedsuikerwaarden op veneus bloed is weinig invasief, relatief eenvoudig en niet duur.
Andere labobepalingen:
De HbA1c-bepaling
In 2009 werd het gebruik van HbA1c als extra diagnostische methode voor diabetes geïntroduceerd. De HbA1c-bepaling hoeft niet in nuchtere omstandigheden gemeten te worden en is dus een geschikt alternatief. Maar het heeft ook nadelen: HbA1c is minder betrouwbaar te interpreteren bij aanwezigheid van anemie, recent bloedverlies, hemoglobinopatieën, zwangerschap of recente transfusie. Bovendien is HbA1c 1/3 minder sensitief dan een nuchtere bloedafname en wordt de huidige kostprijs (€ 8) niet terugbetaald voor screening of diagnose. Terwijl een nuchtere veneuze bloedafname € 1,6 kost (wordt wel terugbetaald). Daarom wordt de HbA1c niet als eerste keuze aangeraden, maar is het een geschikt alternatief wanneer nuchter blijven moeilijk haalbaar is.
De OGTT (orale glucosetolerantietest)
Dit is een test met een goede diagnostische waarde en ook een goede voorspeller van het cardiovasculaire risico. Het is zeker niet fout om deze test in de praktijk te gebruiken bij de opsporing van diabetes. Echter is het niet de eerste keuze om deze systematisch te gebruiken omdat hij omslachtig is, onder strikt gestandaardiseerde voorwaarden dient te verlopen waardoor moeilijk in de huisartsenpraktijk uit te voeren en weinig reproduceerbaar is.
Bloedglucosemeter
Het gebruik van een bloedglucosemeter is af te raden omwille van een te grote foutenmarge (tot 15%) voor diagnostiek. Bovendien zijn niet alle meters op dezelfde wijze geijkt. Ook het vaststellen van bloedsuiker in de urine, de glucosurie, wordt afgeraden omwille van de lage gevoeligheid van de test.