Veilig bewegen met diabetes

yoga

Sporten met diabetes brengt unieke uitdagingen met zich mee. Voor mensen met diabetes die insuline gebruiken, is het vaak uitdagend om de bloedsuikerspiegel in evenwicht te houden, maar ook voor personen die geen insuline toedienen zijn er vaak uitdagingen.

Hier zijn enkele praktische tips en aanbevelingen die mogelijks nuttig kunnen zijn:

Bespreek streefwaarden met je behandelteam

Als je regelmatig je bloedsuiker meet, is het essentieel dat je samen met je behandelend team je persoonlijke streefwaarden voor je bloedsuiker bepaalt. Over het algemeen wordt tijdens rust een bloedsuikerwaarde tussen 70-180 mg/dl aanbevolen, maar tijdens sporten kunnen deze streefwaardes mogelijks hoger liggen, bijvoorbeeld tussen 125-180 mg/dl.

Bereid je goed voor

Om de juiste start te maken, is het belangrijk om goed te plannen. De voorbereiding is afhankelijk van de medische behandeling, van het type diabetes, de sport, … Maar we geven in ieder geval al wat algemene tips mee.

 

Bespreek met je behandelteam:

- Welke sporten voor jou haalbaar zijn.

  • Als je bepaalde complicaties hebt kan het aangeraden zijn om sommige sporten beter niet te doen. Als je problemen hebt aan de voeten is het bijvoorbeeld beter om sporten te doen die de voeten minder belasten. Of als je last hebt van een verhoogde bloeddruk, problemen ter hoogte van je zenuwen of nieren kan het beter zijn om de voorkeur te geven aan sporten met een lichte of matige intensiteit.
  • Wees je er bewust van dat bij ‘extremere sporten’ het voorkomen van een te lage bloedsuiker levensbedreigend kan zijn. Denk hierbij aan bijvoorbeeld diepzeeduiken, motorsport, parachutespringen, bergbeklimmen, alleen surfen op open zee …

- Of je medicatie aangepast dient te worden:

  • Sommige medicatie hebben een verhoogd risico op lage bloedsuiker, waardoor de dosis eventueel aangepast dient te worden als je regelmatig sport. Denk hierbij aan insuline, maar ook aan sulfonylurea (Uni-Diamicron®, Gliclazide®, Amarylle®, Glimepiride, Glurenorm®) of Gliniden (Novonorm®, Repaglinide®).

Als je insuline toedient:

  • Bespreek hoeveel en wanneer je insuline toediening aangepast moet worden. Denk hierbij zowel aan de snel- en langwerkende insuline.
  • Bespreek wat en wanneer je best eet voor de sportactiviteit.
  • Bij gebruik van insulinepompen kan het nuttig zijn om de ‘sportmodus’ met een tijdelijk hogere streefwaarde in te stellen.
  • Bespreek hoe je best kan omgaan met onverwachte sportieve activiteiten.

Bespreek met je sporttrainer of begeleider:

  • Hoe en wanneer je medesporters inlicht over de impact van je diabetes op het sporten.
  • De verwachte frequentie, intensiteit en duur van de sportactiviteit
  • Wat je nodig hebt om te kunnen reageren op te hoge of te lage bloedsuikerwaardes

Wist je dat we een e-learning ontwikkelden rond diabetes en sport voor sporttrainers? Deze vind je binnenkort hier terug.

Wees attent tijdens het sporten

Het is belangrijk om zowel te hoge (> 280 mg/dl) als te lage (< 70 mg/dl) bloedsuikers te vermijden tijdens het sporten. Onderneem onderstaande acties afhankelijk van de waarde.

Bij een te hoge bloedsuikerspiegel

Als je merkt dat je bloedsuiker net wat te hoog is, kan er eventueel gestart worden met een activiteit aan matige intensiteit, zoals stevig wandelen of rustig fietsen, maar activiteiten met een hoge intensiteit worden dan beter niet gestart. Als bloedsuiker hoger is dan 280 mg/dl kan het nodig zijn om een kleine correctiedosis insuline toe dienen en ketonen te meten. Bespreek zeker deze streefwaardes verder met je behandelend team.

Bij een te lage bloedsuikerspiegel

Bij een te lage bloedsuiker moet je snel handelen door snelle suikers in te nemen, zoals druivensuiker of een klein blikje gesuikerde frisdrank. Pauzeer even om je bloedsuiker te laten stijgen voordat je verdergaat met je activiteit.

Meer info over het behandelen van een hypo- of hyperglycemie vind je hier.

 

Wist je dat er heel wat factoren zijn die een invloed kunnen hebben op je bloedsuiker? 

Er zijn meer dan 42 factoren die een invloed hebben op je bloedsuiker. Best wel veel. Hieronder vind je alvast enkele factoren die van toepassing zijn bij sporten en bewegen.

Daarnaast kan je ook onze Digitale Diabetes Sessie bekijken met als thema 'Hoe houd ik mijn bloedglucose in evenwicht?'.

- Intensiteit en duur van de sportieve activiteit:

  • Duursport: Activiteiten zoals wandelen, fietsen, en zwemmen kunnen de bloedsuikerspiegel doen dalen doordat spieren meer glucose gebruiken.
  • Explosieve sporten: Korte, krachtige inspanningen zoals sprinten en gewichtheffen kunnen de bloedsuikerspiegel verhogen door de aanmaak van stresshormonen.
  • HIIT (Hoge Intensiteit Interval Training): Dit kan leiden tot een milde daling of stijging van de bloedsuikerspiegel, afhankelijk van de balans tussen glucoseverbruik en stresshormonen.

- Mate van getraindheid:

Hoe beter je getraind bent, hoe minder je bloedsuikerspiegel zal dalen tijdens inspanning, doordat je lichaam meer vet als brandstof gebruikt in plaats van glucose.

- Moment van de dag:

In de ochtend kan de daling van de bloedsuikerspiegel minder uitgesproken zijn, omdat het lichaam dan vaak minder gevoelig is voor insuline.

- Hoeveelheid insuline in het lichaam:

Mensen met diabetes type 1 (en sommige met type 2) die insuline gebruiken, moeten mogelijk hun dosering aanpassen bij duursport om een te lage bloedsuikerspiegel te voorkomen.

- Stress:

Stress kan de bloedsuikerspiegel verhogen door de productie van stresshormonen. Het is belangrijk om dit te herkennen, omdat deze stijging niet altijd gecorrigeerd moet worden met extra insuline.

Andere factoren zoals temperatuur, slaap, menstruatie en zwangerschap kunnen ook invloed hebben op de bloedsuikerspiegel.

Opgelet voor hypo’s na het sporten

Na het sporten ben je vaak gevoeliger voor insuline, wat betekent dat er een verhoogd risico is op hypoglycemie, vooral in de eerste uren en tot 24 uur na de inspanning. Dit geldt vooral 's nachts, dus houd je bloedsuikerspiegel goed in de gaten.

Voorkom hypoglycemie door voorbereid te zijn: Het kan nodig zijn om na het sporten extra koolhydraten te eten en de insulinedosering te verlagen. Ook alcohol moet vermeden worden omdat dit het risico op laattijdige hypoglycemie vergroot.

Tip: Bij het starten met een nieuwe sport is het slim om na de training terug te kijken op hoe het ging. Wat werkte goed? Waar kun je nog verbeteren? Schrijf informatie op over je insulinedosering, voeding en bloedsuikerwaarden. Dit kan je helpen om je prestaties te verbeteren en je veiliger te voelen tijdens het sporten.